‘Ons Celeste moet eerst even wennen. Als ze eenmaal op haar plek is, komt ze los,’ zou haar moeder zeggen. Bij Vos gaat dat vanzelf. Wa denkte, ze gaat op pad met die kerel die ook tonpraoter had kunnen worden. Celeste is meer dan welkom en dat voelt ze. De Vossen helpen haar op weg, hebben aandacht en willen haar graag hun vak leren.